



LED staat voor ‘Light Emitting Diode’, letterlijk vertaald: lichtgevende diode. Een elektronisch component van slechts een aantal millimeter groot dat heel veel licht uitstraalt zodra er stroom doorheen gaat.
In 1927 werd de LED al uitgevonden, maar het duurde nog tot de jaren zestig van de vorige eeuw voor zij meer bekendheid kregen. Ze werden toen nog voornamelijk gebruikt als indicatielampje in ovens en tv’s e.d. Het duurde aanzienlijk langer voordat ze ook als lichtbron in gebruik werden genomen.
Grootste voordeel is de hoge mate in efficiëncy en het feit dat ze geen warmte uitstralen en dus ook geen energie verliezen.
Vergelijken we LED met alle andere verlichtingsbronnen (denk aan TL, gloeilampen, halogeen en spaarlampen) dan valt één ding op: elke andere lamp schijnt licht in alle richtingen, waar de LED het licht maar één kant opstuurt. LED kan daardoor heel gericht worden ingezet.
Op alle fronten biedt LED grote voordelen t.o.v. andere typen lampen.
Voordelen LED
- LED-lampen hebben een lager stroomverbruik.
- LED wordt niet snel warm.
- LED-lampen hebben een langere levensduur.
- LED-verlichting kan over het algemeen beter tegen een stootje.
- LED is beter voor het milieu.

Watt (W) is de eenheid waarmee wordt aangeven hoeveel stroom een apparaat nodig heeft om te werken. De eenheid Watt is genoemd naar de Schotse ingenieur James Watt. Een lamp van 60 Watt verbruikt per seconde 60 Joule aan energie. Andere apparaten verbruiken veel meer energie. Een wasmachine bijvoorbeeld verbruikt 1000 Watt en een magnetron 750 Watt. Als je een apparaat wilt kopen dat energiezuinig is verbruik je minder energie. Op apparaten staan energielabels die aangeven in welke categorie deze valt.
De UGR-waarde (Unified Glare Rating) is een waarde die de mate van onbehaaglijke verblinding aangeeft.
Hoe lager de waarde, hoe minder lichthinder gebruikers vermoedelijk zullen ervaren. Het toepassen van de juiste verlichting verdient veel aandacht omdat dit van grote invloed is op de productiviteit en functioneren van de mens. Het licht moet helder genoeg zijn om werkzaamheden goed te kunnen uitvoeren, maar mag niet zorgen voor schittering of verblinding.
Men spreekt van direct of indirecte verblinding. Directe verblinding is bijvoorbeeld een lichtbron die direct in de ogen schijnt. Indirecte verblinding wordt veroorzaakt doordat het licht op een reflecterend oppervlak schijnt.
UGR gaat dus over de verlichting in zijn geheel en niet per afzonderlijk armatuur. Toch geven wij de UGR waarde per armatuur aan. Deze is gebaseerd op een referentie ruimte met een gemiddelde reflectiewaarde van het plafond (0,70), de wanden (0,50) en de vloer (0,20). Het is een berekening om te bepalen welke combinaties van armaturen het beste resultaat leveren.
De kleur van verlichting wordt aangeduid in het aantal Kelvin (K). De schaal is vernoemd naar de fysicus William Thomson, die later verheven werd tot Lord Kelvin. Hoe lager het getal (lees: kleurtemperatuur), hoe warmer het licht oogt. De standaard Kelvin-waarden beginnen bij 2700K (warm wit) tot 6300K (koud wit).
Voorbeelden kleurtemperaturen
- Zonsopkomst: 2000K
- Halogeenlamp: 3000K
- Daglicht: 5000K
- Heldere blauwe hemel: 6500K
Licht is psychologisch gezien koud of warm. Neutraal licht is dan ook beter bekend als daglicht of natuurlijk licht. De keuze voor een bepaalde lichtkleur is afhankelijk van de functie die het licht heeft en persoonlijke voorkeur.

Lumen (L) is een waarde die aangeeft hoeveel lichtopbrengst een object geeft. In ons geval LED. Op de verpakking wordt vermeld hoeveel lumen de lamp geeft. Omdat het nog een vrij onbekend begrip is wordt daarnaast vermeldt hoe de LED wattage zich verhoudt tot dat van de meer ingeburgerde lampen.
Bijvoorbeeld: Bij een 5 Watt LED lamp wordt aangegeven dat deze een 50 Watt halogeen lamp vervangt en gelijk staat aan ± 400 lumen.